Olie verversen

Het verversen van de motorolie van je motor is eigenlijk een eenvoudige klus die je prima zelf kunt uitvoeren. Door het zelf te doen, bespaar je niet alleen flink wat geld, maar leer je ook je motor beter kennen. Bovendien geeft het een voldaan gevoel om zelf aan je motor te sleutelen!

Benodigdheden voor het verversen van motorolie

Voordat je begint met het verversen van de olie, is het belangrijk dat je alle benodigde materialen bij de hand hebt. Zo kun je efficiënt werken en voorkom je onnodige onderbrekingen. Zorg dat je beschikt over:

  • Nieuwe motorolie – Controleer goed welke olie geschikt is voor jouw motor.

  • Nieuw oliefilter – Kies het juiste type en formaat voor jouw motor.

  • Oliesleutel – Om het oude oliefilter eenvoudig los te maken.

  • Nieuwe afdichtring – Voor onder de aftapplug, om lekkage te voorkomen.

  • Opvangbak – Voor het opvangen van de oude olie.

  • Dopsleutels – Voor het los- en vastdraaien van de aftapplug.

  • Inbussleutels – Indien jouw motor deze vereist.

  • Oude kranten of doeken – Handig om gemorste olie op te vangen en je werkplek schoon te houden.

​Olie verversen en oliefilter vervangen

Het oliefilter kan, afhankelijk van het type motor, op verschillende plaatsen gemonteerd zijn. De aftapplug bevindt zich meestal op het laagste punt van het motorblok. Controleer in de reparatiehandleiding van jouw motor de juiste aanhaalmomenten voor zowel de aftapplug als het oliefilter.

Voorbereiding

Laat de motor eerst even warm draaien, zodat de olie dunner wordt en beter uit het blok kan lopen. Zet vervolgens de motor rechtop — bij voorkeur op de middenbok of een paddockstand.

Plaats een opvangbak onder de aftapplug. Zorg dat deze groot genoeg is om de volledige hoeveelheid olie (meestal circa vier liter) op te vangen.

Aftappen van de olie

Draai de aftapplug voorzichtig los met een dopsleutel of inbussleutel en verwijder de plug het laatste stukje met de hand. Zo voorkom je dat de plug in de opvangbak valt.
Verwijder ook de vuldop van de olie, zodat de olie sneller en vollediger uit het motorblok kan lopen.

Oliefilter vervangen

Er bestaan twee soorten oliefilters:

  • Metalen (‘blikken’) oliefilter – de meest voorkomende variant.

  • Papieren oliefilter – gemonteerd achter een deksel op het carter.

Metalen oliefilter

Het metalen oliefilter bevindt zich meestal aan de buitenzijde van het motorblok. Gebruik een oliefiltersleutel om het oude filter los te draaien — let op, er kan nog wat olie uitlopen.
Voordat je het nieuwe filter monteert, breng een beetje nieuwe olie aan op de rubberen O-ring en vul het filter alvast gedeeltelijk met olie.
Draai het nieuwe filter vervolgens met de hand op zijn plaats. Draai het aan tot de rubberen ring contact maakt met het motorblok, en geef daarna nog ongeveer twee extra slagen. Handvast is voldoende; de rubberen ring zorgt voor de afdichting.

Papieren oliefilter

Bij een papieren filter bevindt de filter zich achter een deksel op het carter. Verwijder dit deksel om de oude filter te demonteren. Maak de filterbehuizing goed schoon en vervang alle afdichtringen.
Plaats vervolgens de nieuwe filter en monteer het geheel weer zorgvuldig. Controleer of alle onderdelen goed op hun plaats zitten voordat je het deksel terugschroeft.

Motorolie bijvullen

Nu het oliefilter weer is gemonteerd, kun je de aftapplug terugplaatsen aan de onderzijde van het motorblok. Gebruik hierbij altijd een nieuwe afdichtring om lekkage te voorkomen. Controleer in de reparatiehandleiding van jouw motor het juiste aanhaalmoment voor de aftapplug en draai deze vervolgens vast.

Wanneer dit gereed is, kun je beginnen met het bijvullen van de nieuwe motorolie.
Giet niet direct de volledige hoeveelheid olie in het blok, maar start met ongeveer een halve liter minder dan de voorgeschreven hoeveelheid. Controleer daarna het oliepeil met de peilstok of het kijkglaasje en vul eventueel bij tot net onder het maximum.

Let op: Vul nooit te veel olie bij! Een te hoog oliepeil kan schade veroorzaken aan je motor.

Start vervolgens de motor en laat deze enkele minuten stationair draaien, zodat de olie goed door het systeem circuleert. Controleer ondertussen of er geen olielekkage zichtbaar is bij de aftapplug of het oliefilter.
Wanneer de motor weer is afgekoeld en de olie is gezakt, controleer je het oliepeil opnieuw en vul indien nodig licht bij.