Het doel is de reis

Weekend Zuid-Limburg

Motortrip in coronatijd: Luxe in Valkenburg

We zitten inmiddels aan het einde van augustus en in plaats van dat de coronacrisis langzaam zijn einde nadert, lijkt het reisadvies voor het buitenland alleen maar verder te worden aangescherpt. Het plan om nog even lekker door Duitsland te toeren, konden we daardoor wel vergeten. Jammer, maar veiligheid gaat voor.

Ons eerste alternatief was om gewoon in eigen land te gaan kamperen. Tent mee, motoren volpakken en op pad. Maar toen de weersvoorspellingen steeds donkerder werden en er serieuze regenbuien in het vooruitzicht stonden, begon het idee van een nat pak toch wat minder aantrekkelijk te klinken. Kamperen in de regen is op zich nog wel te doen… maar motorkleding die drie dagen lang niet droog wordt? Dat leek ons minder geslaagd.

Dus schakelden we over op plan B: een hotelletje vlak bij Valkenburg. Drie overnachtingen, alles geregeld – ontbijt én diner inbegrepen. Een beetje luxe, en dat mag ook wel eens. Over de lunch onderweg maken we ons niet druk; we zien wel waar we uitkomen. Het gaat tenslotte om het rijden, het landschap, het gevoel van vrijheid dat je alleen op de motor echt ervaart.

Waar we eerst dachten dat dit een noodgedwongen aanpassing zou zijn, voelt het nu eigenlijk als een klein cadeautje. Even weg, even eruit, even kilometers maken zonder de stress van natte sokken of druipende motorkleding. Limburg, here we come!

Bolsward – Houthem

Rondrit Zuid-Limburg

Drie landentocht

Review hotel “Lahaye”.

Regenplannen, Luxe en Limburgse Bochten

Het is eind augustus. Waar we eigenlijk hadden gehoopt dat de coronacrisis langzaam zou uitdoven, werden de reisadviezen voor het buitenland juist strenger. Onze geplande motortrip door Duitsland konden we daarom meteen van tafel vegen. Jammer, want de Duitse bochten lonkten… maar soms bepaalt de wereld om je heen het plan.

Van tent naar hotel

Het alternatief was snel bedacht: dan gaan we gewoon kamperen! Tent achterop, spullen strak vastgesnoerd en rijden maar. Tot de weerapp regenwolken begon te stapelen alsof het een wedstrijd was. Kamperen in de regen is één ding, maar dagen rondlopen met natte motorkleding… dat is een ander verhaal. En laten we eerlijk zijn: niets droogt trager dan motorpakken.

Dus schakelden we over op plan B: een hotelletje vlak bij Valkenburg. Drie nachten, ontbijt en diner geregeld – min of meer luxe, vergeleken met het oorspronkelijke plan. Maar hé, soms moet je jezelf gewoon iets gunnen. Tussen de middag zouden we wel zien waar we belanden; op de motor komt dat altijd vanzelf goed.

Aankomst: eenvoud met een hart

Bij aankomst bleek al snel dat ons hotel eenvoudig was – en onze kamer nóg eenvoudiger. Achteraf gezien hadden we beter direct bij het hotel kunnen reserveren in plaats van via een boekingssite, want dan hadden we goedkoper én mooier gezeten. Maar ach, zo leer je elke trip weer iets bij.

We hadden een kamer zonder eigen sanitair, dus we deelden de douches en toiletten. Maar eerlijk is eerlijk: alles was brandschoon. Het hotel was wat oubollig, maar de boxspringbedden waren uitstekend en we sliepen als roosjes.

Geen diner? Geen probleem

Op de website stond dat het hotel warme maaltijden serveerde, maar dat bleek niet meer het geval. Gelukkig was eigenaar Peter een held: vriendelijk, behulpzaam en altijd klaar om mee te denken. Hij regelde voor ons een plek bij het nabijgelegen zalencentrum De Holle Eik. En dat bleek een gouden greep. Een kleine kaart, maar wát een kwaliteit. Betaalbaar, ruim voldoende en gewoon ontzettend lekker. Een aanrader voor elke reiziger in de buurt.

Limburgse kilometers

Overdag gingen we natuurlijk doen waar we voor gekomen waren: rijden. Door het heuvelland, langs de kronkelende wegen, tussen dorpjes die voelen alsof ze rechtstreeks uit een ander land komen. Het is bijna bizar hoe anders Limburg aanvoelt dan de rest van Nederland. Het soort landschap dat elke motorrijder doet glimlachen in de helm.

Gezelligheid in het hotel

’s Ochtends wachtte een goed ontbijtbuffet en ’s avonds dronken we nog wat aan de bar. De prijzen waren heel schappelijk en het personeel zorgde voor een fijne, huiselijke sfeer. We merkten al snel: dit is zo’n plek waar je met een motorclub of vriendengroep enorm veel lol kunt hebben.

Conclusie

Het was niet de trip die we oorspronkelijk voor ogen hadden, maar het werd er niet minder om. Soms leidt een omweg naar een onverwacht fijne ervaring. En Limburg? Dat blijft een paradijs voor wie graag bochten maakt, mooie uitzichten zoekt en geniet van goede gastvrijheid.

Bolsward → Houthem

Gereed voor vertrek

De motoren staan gepakt en de route is geladen. We beginnen met een eenvoudig plan: eerst over de grote weg tot aan Wijchen, net voorbij Nijmegen, en vanaf daar binnendoor richting ons hotel in Houtem. Dit kleine dorpje ligt pal tegen Valkenburg aan en vormt een perfecte uitvalsbasis voor een weekend sturen door Limburg, de Belgische Ardennen en zelfs de Eifel.

De weersverwachting is redelijk. Af en toe kunnen we een buitje regen verwachten, maar voor het grootste deel van de dag zou het droog blijven. In Nederland is dát al bijna een luxe.

Route: Bolsward → Houthem

Het eerste deel van de rit gaat nog min of meer binnendoor. We volgen de Jeltewei (N354) van Sneek naar de A6 bij Lemmer. Vanaf daar schakelen we over op het monotone maar efficiënte snelwegrijden: de A6, dan de N50 langs Kampen, de A50 voorbij Zwolle en uiteindelijk de A73 richting Nijmegen. Bij Wijchen laten we het snelle asfalt achter ons en begint het echte stuurwerk.

We nemen de N324 richting Nederasselt, waar we via de oude John S. Thompsonbrug de Maas oversteken naar Grave. Een mooi historisch punt en tegelijk de grens tussen Gelderland en Noord-Brabant. En wij maar denken dat we al bijna in Limburg waren…

Even België in – en waarom

Een deel van de route duikt België in. Niet omdat we zo’n zin hadden in een landsgrens, maar omdat de benzine daar nog altijd flink goedkoper is dan in Nederland. Later in het hotel hoorden we zelfs dat veel tankstations in Zuid-Limburg inmiddels gesloten zijn, juist omdat iedereen massaal net over de grens gaat tanken.

Bij Maaseik verlaten we België weer en steken we het Julianakanaal én de Maas over richting Sittard. Het zijn niet de allerkleinste wegen die we volgen, maar wél een stuk prettiger dan de snelweg. Geen strakke rechte lijnen, maar een gevarieerde route door wisselende landschappen, kleine dorpen en rustige gemeenschappen.

Aankomst in het Zuiden

Het Zuid-Limburgse landschap kondigt zich langzaam maar zeker aan: meer reliëf, meer groen, meer charme. Hoewel de route niet continu langs de Maas meandert zoals we vooraf verwachtten, genieten we alsnog van de afwisseling. Dit is precies waarom we graag binnendoor rijden: je ziet steeds weer een ander plaatje voorbij trekken.

De rit naar Houtem vormt een mooie opwarmronde voor wat ons dit weekend nog te wachten staat: heuvels, bochten, uitzichten en vooral veel motorplezier.

Rondrit Zuid-Limburg

Het Gerlachusputje

Het Gerlachusputje, ook wel bekend als de Gerlachusbron, is een historische waterput in de buurtschap Sint Gerlach van Houthem, in de Zuid-Limburgse gemeente Valkenburg aan de Geul. De put maakt deel uit van het landgoed van Château St. Gerlach, een plek die rijk is aan cultuur, historie en natuur.

De waterput ligt centraal in een klein, vierkant grasveld, omgeven door een verzorgde haag. Door deze rustige, groene setting vormt het Gerlachusputje een sfeervol en bijna idyllisch hoekje binnen het landschap. Het ligt bovendien direct aan de rand van het natuurgebied Ingendael, waardoor het een mooie tussenstop is voor wandelaars en bezoekers van het gebied.

Door het Heuvelland

Na een goed en relaxed ontbijt maken we ons klaar voor een prachtige, maar hier en daar ook uitdagende motorroute. We hebben deze rit bewust op vrijdag gepland, omdat het in het weekend vaak druk wordt met zowel fietsers als motorrijders in dit gebied. Vrijdag geeft net dat beetje extra rust op de weg, en dat rijdt simpelweg fijner.

De route hadden we van internet gedownload en daarmee kregen we er meteen een lesje bij.

Les van de dag: download met aandacht

Wanneer je een route van internet haalt, controleer dan altijd of deze echt voor motoren is gemaakt. Onze route kwam weliswaar van een motorsite, maar bleek uiteindelijk gebaseerd op fietsknooppunten. Dat hoeft geen ramp te zijn, maar het vraagt soms wat extra voorbereiding.

We hadden de route eigenlijk even moeten bewerken. Door de enorme hoeveelheid viapunten raakt de TomTom namelijk al snel in de war. Zodra hij denkt dat we ergens van de route af wijken, begint hij te herberekenen en kiest hij het dichtstbijzijnde viapunt – en dat ligt lang niet altijd in de logische rijrichting. Het resultaat: onverwachte aanwijzingen en gekke lussen die helemaal niet nodig zijn.

Maar goed, het is allemaal prima te overleven. De TomTom blijft wat ons betreft vooral een hulpmiddel. Op de kaart kunnen we altijd zien waar we heen moeten, en uiteindelijk gaat het om de rit, het landschap en het plezier van het rijden.

Met de motoren warm en de lucht droog beginnen we dus vol goede moed aan een dag vol Limburgse bochten, heuvels en verrassingen – precies zoals het hoort.

Drie Landen en Twee Bekeuringen

Goede start van de dag

Na een stevig ontbijt en voldoende koffie zijn we klaar voor onze Drie Landen Tocht. Het weer is redelijk: fris, maar droog, en af en toe zelfs een voorzichtig zonnetje. We zijn voorbereid op slechte wegen in de Belgische Ardennen, maar dat blijkt al snel een verkeerde aanname. Eerst rijden we echter een stuk over de Limburgse landwegen richting de grens met België.

In Duitsland mag je tegenwoordig geen dashcam of action-cam meer vervoeren vanwege de privacywetgeving. Daarom hebben we van dit mooie eerste deel helaas geen bewegende beelden – maar soms is het ook wel lekker om gewoon te genieten zonder camera.

Zuid-Limburg in volle glorie

We volgen de route via de TomTom en rijden opnieuw over die typisch Zuid-Limburgse, extreem smalle wegen. Pittoreske dorpjes volgen elkaar in rap tempo op terwijl we naar de Belgische grens slingeren. Tegenwoordig moet je goed opletten wanneer je de grens passeert; voor je het weet zit je al in België zonder dat je het doorhebt.

Verrassing in België: Formule 1-kwaliteit asfalt

Wat meteen opvalt na de grens, zijn de verrassend strakke en gladde wegen. Tijdens mijn vorige bezoek waren de Belgische N-wegen berucht slecht, maar dat beeld is totaal omgeslagen. Grote delen zijn vernieuwd en van bijna circuitkwaliteit. De maximumsnelheid is wel beperkt tot 70 km/h, maar dat is ruim voldoende om lekker te rijden.

Verviers en verder

Tot aan Verviers rijden we over prachtige slingerwegen. De afdaling naar Verviers – vorig jaar nog afgesloten – is nu weer open en dat scheelt een hoop gedoe; we hoeven niet meer dwars door de hele stad om richting Duitsland te rijden. Het laatste stuk naar de grens is een lange, rechte N-weg door het bos, een rustige aanloop naar het volgende hoofdstuk.

We stoppen vlak voor de grens voor een zelf meegenomen, coronaproof bak koffie. Voor de zekerheid haal ik hier ook de action-cam van de motor.

Duitsland: Hemels asfalt, aardse problemen

Het rijden in de Duitse Eifel behoeft eigenlijk geen uitleg: dat is gewoon genieten met een hoofdletter G. Maar tegenwoordig wel met een kleine letter s, zoals we zouden merken.

Tijdens onze tweede pauze zagen we al dat de Polizei actief bezig was met geluidsmetingen. Geen zorg, dachten we: onze motoren voldoen keurig aan de geluidsnormen.

Maar even later, op een prachtige bochtige weg, werden we toch staande gehouden. Niet vanwege geluid, maar omdat op die weg motoren verboden zijn in weekenden en vakanties. Het bord hadden we wel gezien, maar verkeerd geïnterpreteerd – wij dachten dat het voor de zijwegen gold. Niet dus.

Een deukje in het ego

Oké, fout is fout. Ik rijd al motor sinds 1975 en had nog nooit een bekeuring op de motor gekregen. Het had natuurlijk best eens gekund, maar deze kwam toch even binnen. Gelukkig bleken de veldwachters vriendelijk en geïnteresseerd. Ze controleerden de motoren en concludeerden dat alleen het verbodsbord was overtreden. Ze besloten daarom dat we samen maar één boete kregen. Dus ieder een halve. Best fideel. Even mobiel betalen en klaar. We mochten zelfs de route vervolgen: als we nóg eens zouden worden aangehouden, konden we gewoon ons bonnetje laten zien.

Conclusie: met een boete van €10 op zak kun je in Duitsland op alle voor motoren gesloten wegen rijden. Een soort tol, zullen we maar zeggen.

En toen… nóg een boete

Bij thuiskomst bleek dat we ook nog één keer geflitst waren: €15 per persoon. Nooit bekeurd worden en dan twee keer op één dag – het kan gek lopen.